Eerste hulp bij een ongeluk is ook nodig bij honden. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Iedere hondeneigenaar komt wel eens in een situatie waarbij de hond eerste hulp moet hebben. In dit geval is het fijn dat je weet wat je moet doen.
EHBO is bedoeld om het leven van de hond te redden, zijn lijden te verlichten, de pijn te verzachten of voorkomen dat de verwonding verergerd. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat de hond zo snel mogelijk bij een kliniek komt.
Op deze pagina worden verschillende soorten EHBO bij honden besproken, zoals het SPAR Onderzoek en Eerste Hulp voor Bloedingen, Wonden en Shock bij honden.
Het kan voorkomen dat het dier in een levensbedreigende situatie terecht komt. In zo’n situatie kan het nodig zijn om een spoedonderzoek te doen om de ernst van de situatie in de schatten.
Wanneer het dier zich in een levensbedreigende situatie bevindt, zal het willen vluchten en niet aangeraakt willen worden. In sommige gevallen is het dan verstandig om het dier te fixeren. Echter mag het dier nooit zomaar gefixeerd worden, je moet hiervoor verstand van zaken hebben en weten wat je doet!
Ter plaatse kan een spoedonderzoek plaatsvinden, dit wordt ook wel het SPAR onderzoek genoemd. SPAR is een ezelsbruggetje voor het puntsgewijs onderzoeken van de hond. Er zijn vier essentiële zaken die onderzocht moeten worden:
Wanneer je de slijmvliezen wil controleren kan dit het beste gedaan worden door de bovenlip van de hond op te tillen. Hierbij kijk je naar:
Het wangslijmvlies, het tandvlees en de tong horen roze te zijn. Wanneer je op het slijmvlies drukt verbleekt het, wanneer de druk vervolgens wordt opgeheven vult zich weer met bloed en kleurt het slijmvlies weer roze. Wanneer dit niet gebeurt, is de doorbloeding van het dier niet goed. Wanneer de kleur van het slijmvlies blauw gekleurd is, is er sprake van een zuurstof tekort.
Je moet echter goed opletten wanneer het de slijmvliezen controleert, aangezien een dier in een levensbedreigende situatie zal willen bijten.
De hartslag van een hond ligt ongeveer tussen de 60 en de 120 slagen per minuut, dit is enigszins afhankelijk van de grootte van de hond. De polsslag is te voelen door met de vingertoppen in de kleine plooit tussen de spieren aan de binnenkant van de achterpoot te plaatsen. Wanneer dit op een goede manier gebeurt, zal je een krachtige klopping voelen.
Bij het opnemen van de pols wordt erop voornamelijk opgelet dat de hartslag:
Wanneer je een onregelmatigheid vindt in de hartslag, dient dit altijd gemeld te worden bij de dierenarts.
Wanneer de hond een normale ademhaling heeft, zie je de borstkas op en neer gaan. De luchtstroom is te voelen wanneer je jouw hand bevochtigd en deze voor de neus te houden. Een normale ademhalingsfrequentie ligt bij de hond tussen de 10 en 30 keer per minuut. Naast de frequentie, moet je ook letten op het type ademhaling en het ritme. Een normale ademhaling gebeurt met zowel de buik als de borst. Wanneer het dier een sterke borstademhaling heeft, kan dit duiden op een buiktrauma.
Een gestoorde ademhaling is te herkennen aan het intrekken van de buik op het moment dat de hond inademt. Op dit moment hoort de buik juist uitgezet te zijn.
Naast deze kenmerken moet je ook letten op eventuele bijgeluiden, dit kan zijn bijvoorbeeld zijn dat de hond rochelt.
Een reflex is een zeer snelle reactie op een onwillekeurige prikkel. De reflexen dienen getest te worden wanneer je vermoedt dat het dier neurologische schade heeft opgelopen. Hierbij is het belangrijk dat je de verwondingen niet aanraakt of het dier pijnlijke bewegingen laat maken. Bij het onderzoeken wordt onder andere gelet op het bewustzijnsniveau van het dier, de lichaamshouding en of het dier eventuele verlammingen heeft.
Er zijn verschillende reflexen te onderscheiden:
Wanneer het dier niet reageert op deze reflexen, spreken we van bewusteloosheid. Ook kan het voorkomen dat het dier in shock is of dat het verlamd is.
> Wellicht kan onze Hondenapotheek behulpzaam zijn <
Bloedingen kunnen overal voorkomen en hebben vaak uiteenlopende oorzaken. Een bloeding kan zijn: het in één keer een bepaalde hoeveelheid bloed verliezen, of gedurende een langere tijd kleinere hoeveelheden verliezen. We kunnen het bloedvatenstelsel onderverdelen in drie delen: arterie, vene en capillair.
In bloeding in de arterie is de meest ernstige bloeding. Dit is namelijk een slagaderlijke bloeding. Door de hoge druk die ontstaat, kan de bloeding niet spontaan stoppen. Het bloed komt bij deze bloeding pulserend uit de arterie (slagader). Het bloed dat vrij komt is zuurstofrijk, wat te herkennen is aan de helderrode kleur.
Een bloeding in de vene (ader) is minder ernstig dan een arteriële bloeding. Echter treedt er bij een bloeding in de vene mogelijk veel bloedverlies op. De druk in deze aders is minder hoog dan in de slagaders, vandaar dat deze bloeding vaak om gemakkelijker te stelpen is. Dit soort bloeding is te herkennen aan het gelijkmatig sijpelen van bloed uit het de ader. De kleur van dit bloed is donkerrood, de zuurstof en de kooldioxide zijn in de weefsels afgegeven.
Een bloeding in de capillairen (haarvaten) is de minst erge variant. Deze bloeding is namelijk gemakkelijk te stoppen, omdat de druk erg laag is. Het bloed sijpelt heel langzaam uit de vele kapotte haarvaatjes in de wond.
Je kunt bloedingen indelen in uitwendige bloedingen en inwendige bloedingen:
Uitwendige bloedingen: Het bloed vloeit naar de buitenkant van het lichaam, dus over de huid of slijmvliezen. Je kunt een bloeding krijgen bij een verwonding aan de poten, oren, neus of mond. Bij problemen van de darm en blaas kun je ook een uitwendige bloeding zien.
Inwendige bloedingen: Deze bloeding zie je niet. Het bloed verdwijnt in de weefsels van het lichaam of in een holte zoals: de borstholte, buikholte of gewrichtsholte. Een inwendige bloeding is lastig te herkennen, meestal is de enige aanwijzing shock.
Een schok is het herkennen aan onrustig gedrag, bewustzijnsstoornissen en een zwakke, maar snelle pols.
Een uitwendige bloeding is zichtbaar en kan vaak direct behandeld worden. Een inwendige bloeding herken je meestal aan de shock. Helaas is het in veel gevallen te laat om nog te behandelen wanneer een dier zich al in een shock toestand bevindt.
Als de bloeding is gestopt, gaat het lichaam de kapotte vaten herstellen. Als twee uiteinden te ver uit elkaar zitten wordt het vat afgesloten en wordt het bloed omgeleid via de nabij gelegen vaten. Als alle vaten in een gebied zijn beschadigd, worden vaak omliggende de weefsels verstoten van zuurstof en voedingsstoffen. Dat komt doordat de vaten rondom het beschadigde deel onvoldoende bloedvaten bevat om de circulatie te kunnen overnemen. Dit heeft als gevolg dat de weefsels afsterven.
Bij een bloeding is het belangrijk dat je altijd rustig blijft. Overzie de situatie en zorg voor de veiligheid van jezelf en voor het dier. Verplaats het dier naar een rustige en veilige plaats om hem te behandelen. Als je het dier verdenkt van een inwendige bloeding, neem dan direct contact op met de dierenarts en leg hem uit wat er is gebeurd. Het kan zijn dat je dan met spoed langs moet komen.
Probeer bij een uitwendige bloeding te ontdekken om welk type bloeding het gaat. Voordat je deze bloedingen probeert te stelpen moet je eerst kijken of er geen scherpe voorwerpen of vuiligheid in de wond aanwezig is. De bloeding zal echter wel gestopt moeten worden. Dit kan op natuurlijke wijze of door eerste hulp toe te passen.
Tien procent van het lichaamsgewicht van het dier bestaat uit bloed. Het wordt pas echt gevaarlijk als het dier meer dan een derde deel van zijn bloed is verloren. Het dier kan dan ernstig in de problemen komen. De eerste hulp kun je zelf aan de hond bieden. Echter is het soms nodig om een hechting of antibioticakuur te geven aan de hond. Houd tijdens het behandelen van de hond altijd zijn toestand in de gaten. De situatie van de hond mag niet verslechteren. Afhankelijk van wat er gebeurd is kan de hond misschien van de schrik en van het bloedverlies in shock raken. Als je zelf geen raad weet met de situatie is het altijd verstandig de dierenarts in te lichten over wat er gebeurd is. Wellicht krijg je dan enkele informatie over wat je het beste kunt doen.
Een bloeding is haast niet te voorkomen. Je kunt er voor een klein deel voor zorgen dat er zo min mogelijk factoren in de omgeving zijn waar de hond zich aan kan bezeren.
> Wellicht kan onze Hondenapotheek behulpzaam zijn <
Wonden kunnen op verschillende manieren ontstaan bij de hond. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat de hond een gevecht heeft gehad en daarbij een verwonding heeft opgelopen. Een open wond is een geforceerde onderbreking van de aaneengesloten zachte weefsels. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in de huid of de slijmvliezen en zijn niet van buitenaf te zien. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Wanneer je de wond zelf niet ziet, is een wond vaak te herkennen aan de samengeklitte vacht als gevolg van de bloeding. Wanneer je olie of vet aantreft op de vacht van de hond, kan dit duiden op dat de hond is aangereden.
Schaaf- en snijwonden worden regelmatig door de hond opgelopen. Een schaafwond kan worden veroorzaakt door een hotspot, wat vaak door de hond zelf wordt aangericht. Een snijwond kan ontstaan doordat de hond in een stuk glas gaat staan.
Scheurwonden kunnen ontstaan bij vechtpartijen, door prikkeldraad of een auto-ongeluk. Wanneer een wond is ontstaan aan de hand van een gevecht, is de ernst van de wond afhankelijk van de tijd dat de kaken hebben vastgezeten en de afmetingen van de hond.
Steekwonden kunnen ontstaan door puntige voorwerpen zoals doornen, scherpe nagels, hoektanden hond-kat, kogels steekmessen, vishaakjes en infectienaalden.
Schaafwonden zijn vaak oppervlakkige wonden waarbij de opperhuid is beschadigd. Deze wonden zijn vaak erg pijnlijk, omdat de zenuwuiteinden in de huid open en bloot liggen.
Scheurwonden gaan door alle huidlagen heen en geeft vaak regelmatige en gekartelde randen. De bloedingen bij deze wonden zijn meestal niet ernstig. De ernst wordt echter bepaald door de diepte van de wond.
Snijwonden zijn vaak erg vuile wonden. Hierbij wordt vaak zo snel mogelijk antibiotica gegeven om de bacteriën te bestrijden. Deze wonden hebben een langzame genezing en vaak blijft littekenweefsel zichtbaar.
Steekwonden gaan door alle huidlagen heen. Deze wonden zijn moeilijk te ontdekken omdat ze nauwelijks bloeden en het maar een kleine opening in de huid betreft. De schade is afhankelijk van de diepte van de wond.
Het vooruitzicht verschilt per wond en is afhankelijk van de plaats waar gebeten is, hoe groot de plek is en hoelang of hoe vaak er gebeten is. Het is belangrijk de haren rondom de wond weg te scheren of knippen. De dierenarts maakt de wond schoon met een fysiologische zoutoplossing, thuis kun je de wond zelf schoonmaken door één eetlepel zout in één liter water op te lossen. Een bijkomende infectie, verkeerde beweging, circulatieproblemen en likken of krabben aan de wond kan de wondgenezing vertragen.
Je kunt proberen zoveel mogelijk gevaarlijke factoren uit de buurt van je dier te halen. Je kunt een hond bijvoorbeeld in een bench of veilige kamer opsluiten.
Er zijn twee soorten genezingen te onderscheiden, namelijk genezing per primam en genezing per secundam. Bij genezing per primam gaat het om een zuivere wond, er zijn geen factoren die de genezing belemmeren. Deze wonden worden meestal afgesloten met behulp van een hechting. De wondranden zitten met de bloedstolsels tegen elkaar aan. Vanuit de wondranden groeien vervolgens nieuwe bloedvaten in de bloedstolsels. Deze bloedvaten voeren vervolgens stoffen aan die de wondranden definitief met elkaar verbinden. De epitheliale cellen vormen een nieuwe huidlaag. Het herstel vindt plaats binnen zeven tot tien dagen.
Bij genezing per secundam gaat het om een wond die geïnfecteerd kan zijn. Ook kan het voorkomen dat de wond te oud of te vies is om te hechten, ook dan wordt er gekozen voor deze vorm van genezing. De wondt wordt dan open gelaten.
Nieuwe cellen worden gevormd op het beschadigde weefsel, die samen eilandjes en granulatieweefsel vormen. Granulatieweefsel groeit vervolgens omhoog tegen de wondranden en vult het gat op. De epitheliale cellen vormen een nieuwe huidlaag. Het herstel via deze genezingswijze duurt vaak weken tot maanden.
Een verse grote wond kan binnen acht uur nog gehecht worden, hierna verloopt de genezing per secundam. Hoe eerder je het in de gaten hebt, hoe beter en netter het herstel verloopt. Een dichtgegroeide wond kan uitgroeien tot een fikse ontsteking of abces. Hiervan kan het dier goed ziek worden. Het is dus belangrijk je dier goed in de gaten te houden en tijdig te handelen.
> Wellicht kan onze Hondendapotheek behulpzaam zijn <
Shock is een toestand waarbij er te weinig circulerend bloedvolume aanwezig is. Een shock bij dieren is bijna hetzelfde als bij mensen. Bij shock is er onvoldoende bloed aanwezig om zuurstof te transporteren. Hierdoor wordt het bloed niet meer goed rondgepompt en ontstaat er een zuurstoftekort in de vitale organen. De natuurlijke reactie van het lichaam is om in leven te blijven, hierdoor versnelt de hartslag. Dit is een levensbedreigende situatie.
Bij de diagnose wordt rekening gehouden met verschillende typen shock:
Hypovolemische shock: Deze soort ontstaat door een tekort aan circulerend volume aan bloed. De cellen waar minder bloed komt, en dus ook zuurstof, sterven langzaam af. De extra bloedvaten gaan vervolgens op, maar kunnen alleen hun werk doen als er voldoende druk is. Deze druk is er echter niet, waardoor shock ontstaat. Oorzaken kunnen zijn: inwendige bloedingen, uitwendige bloedingen en brandwonden.
Cardiogene shock: Deze soort ontstaat door een direct verminderde hartfunctie, dit zorgt voor een slechte bloedsomloop en een slechte zuurstofvoorziening van de weefsels. Door de verhoogde vraag naar zuurstof, gaan de bloedvaten zich openen waardoor er vervolgens een slechtere circulatie ontstaat. Oorzaken hiervoor kunnen zijn: een hartinfarct, slecht werkende hartkleppen, hartritmestoornissen.
Distributieve shock: Deze soort ontstaat door problemen in de verdeling van het bloed. De bloeddruk wordt te laag omdat de bloedvaten wijd open gaan staan. Deze soort is weer te verdelen in drie soorten:
Obstructieve shock: Deze soort ontstaat door een obstructie (verstopping) ergens in het lichaam. Op een plek in het lichaam hoopt het bloed zich op, waardoor op een andere plaats in het lichaam bloed tekort komt. Oorzaken kunnen zijn: een longembolie of harttamponade.
De diagnose is afhankelijk van de gebeurtenis waardoor de hond in shock is geraakt. Vaak vertoont de hond afwijkend gedrag. Ook kan het optreden dat de hond slap is en op het punt staat om flauw te vallen. Daarnaast reageert de hond niet op signalen en is hij onrustig.
Een shock kan dodelijk zijn, wanneer een hond in shock is moet je direct naar de dierenarts voor een behandeling. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter de prognose.
Het dier moet zo snel mogelijk een intraveneus infuus met vocht (fysiologisch zout). Verder is het belangrijk dan je het dier warm houdt met een jas of deken om afkoelen te voorkomen. Een warmtebron wordt afgeraden. Houd zijn hoofd laag om eventueel een verslikpneumonie te voorkomen. Praat zachtjes tegen het dier en blijf altijd zelf rustig.
Shock is levensbedreigend en dient zo snel mogelijk behandeld te worden! Het is daarom van belang dat je direct naar de dierenarts gaat.
Het is te voorkomen door de hond geen ijskoud water laten drinken. Door het drinken van koud water vernauwen de bloedvaten. Een andere manier om shock te voorkomen is het voedsel over meerdere keren per dag verdelen zodat de kans op een maagtorsie kleiner wordt. Bij een maagtorsie kan het dier namelijk ook in shock raken. Daarnaast is het belangrijk dat het dier niet in de buurt komt bij schrikdraden met hoge spanning.
De eerste hulp dat je aan het dier verleend voorkomt dat de situatie erger wordt. Geef het dier zo min mogelijk prikkels om op te reageren. Plaats het dier in een donkere ruimte of deken over hem heen zodat hij zo min mogelijk prikkels van de buitenwereld ontvangt. Als het dier in shock is door een bloeding of verwonding kun je de kans op infecties verkleinen door een schoon drukverband aan te leggen.
Om goed te handelen kan je ervoor kiezen om een EHBO-tas in de buurt te houden. Zo heb je de nodige hulpmiddelen bij de hand wanneer er zich een situatie voordoet.
Allereerst wordt er zo snel mogelijk een infuus met fysiologisch zout toegediend. Later als het dier wakker is wordt er ook wel eens glucose gegeven. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om de hond corticosteroïden te geven.